12 Vragen aan André Massant!

12 Vragen aan André Massant!
Decrease Font Size Increase Font Size Taille du texte Imprimer

Onze beruchte reeks van 12 Vragen blijft ook in deze coronatijden verder lopen. De interviews lopen nu niet met fysieke ontmoetingen maar via telefoon of videoverbindingen. Deze keer kregen de vragen een antwoord van een bekende Belgische naam uit de motorcrosswereld met een respectabele staat van dienst.

André Massant was in de jaren ’70 een topper van formaat. Kentekenend was zijn constante aanwezigheid in de voorste gelederen van een wedstrijd. Hij komt dan ook uit een motorcrossfamilie want ook zijn broer Omer was een crosser. Bovendien woonde de familie De Roover in de buurt waardoor André de sport met de paplepel kreeg toegediend. Op zijn zestiende schafte André zich een brommer aan om zijn debuut te maken in een regionale bond. Toen werd een gereden met een Flandria. In drie seizoenen veroverde hij toen 84 overwinningen en alle mogelijke titels.

In het begin van 1972 besliste Massant om zich aan te sluiten bij de BMB. Hij kreeg advies van zijn buurman Julien De Roover en verscheen hij in de klasse juniors met een CZ. De openingswedstrijd was dat jaar in Bolderberg. Hij won er prompt de schiftingsreeks. Nadien bevestigde hij met overwinningen in Lummen en Hechtel. Het palmares van André werd nadien alleen maar indrukwekkender. In 1973 won hij een eerste GP 125cc in het Nederlandse Bergharen. Hij werd toen 3de in de eindstand van de toenmalige FIM-cup na Torao Suzuki en Gilbert De Roover.

In 1977 won hij een tweede GP125cc. Dat was toen in Mosport, Canada. Dat jaar eindigde Massant trouwens fraai derde in het officiële WK 125cc na Gaston Rahier en Gerard Rond. Dat deed hij toen aan boord van een Yamaha. Ook finishte hij in de seventies vele malen in de top vijf van de eindstand van het Belgisch kampioenschap 500cc. Hier zijn de 12 Vragen aan André Massant.

1) Wie was in uw carrière de sterkste tegenstander en waarom? André Massant: Mijn carrière is feitelijk begonnen toen Roger De Coster wereldwijd de beste motorcrosser was. Hij was dus mijn sterkste tegenstander. Zeker de eerste jaren toen ik een internationaal was. De eerste jaren als Inter reed ik 500cc en het is pas later dat ik op de 125cc ben gaan rijden. Toen ik begon te rijden was De Coster mijn grote voorbeeld maar later werd hij dus mijn concurrent. Destijds hadden we beiden een supportersclub. Die trokken samen met de bus of het vliegtuig naar de GP’s om voor ons te komen supporteren. Ik zat indertijd ook in een verschrikkelijk sterke generatie van Belgische motorcrossers zoals Jaak Vanvelthoven, Ivan Van Den Broeck, Raymond Heeren en ik vergeet er nog een pak. Wij moesten dus in de wedstrijden van het BK goed vooraan zitten of we mochten geen GP’s rijden. Dat waren de zogenaamde “gradinglists”. Nu is het anders. Als je nu geld hebt mag je meedoen.

2) Welk was uw favoriete omloop? AM: Wat ik heel tof vond om te doen was de Citadel van Namen. Het was een geweldige omloop en iets heel speciaal. Wij keken er naar uit om daar mee te kunnen doen. De sfeer daar op de Citadel vond je nergens anders. Als toeschouwer was het een aparte beleving maar ook als motorcrosser was dit met niks anders te vergelijken.

3) Welke motor had op u de grootste indruk en waarom? AM: Dat was voor mij de Yamaha. Ik heb met dat merk mijn beste resultaten behaald. Tegenwoordig is het nog altijd mijn favoriete merk. Ik reed zowel met de Yamaha 125, 250 en 500cc en ik vond ze allemaal evengoed.

4) Welke beslissing was niet de allerbeste in uw carrière als motorcrosser? Dat is een moeilijke vraag. Als ik eerlijk mag zijn denk ik dat ik te lang in de brommersbond ben blijven rijden. Ik was beter wat vlugger overgestapt naar de grote bond (BMB).

5) Tweetakt of viertakt? AM: Destijds zou ik gekozen hebben voor een tweetakt, nu wellicht voor een viertakt. Ik heb nooit competitie gereden met een viertakt maar ik denk dat dit principe zeker zo goed is als een tweetakt.

6) Hebben elektrische crossmachines de toekomst? AM: Ik denk van wel. Als je nu ziet hoe alles evolueert dan denk ik dat er een toekomst is voor de elektrische motor. Het zal wel nog een paar jaar duren denk ik. Je ziet de evolutie bij de auto’s en daarom denk ik dat de motoren zullen volgen. Het is misschien zo aangenaam niet om er naar te gaan kijken. Ik hou van het geluid van een tweetakt maar wat gaat dat geven met een elektrische crossmotor? Destijds waren er op het circuit van Zolder een paar demowedstrijden en daar zag je al dat het een rare beleving is voor de rijders en vooral voor het publiek.

7) Welke gebeurtenis in uw loopbaan is u het meest bij gebleven? AM: Dat was voor mij de overwinning in Canada. (n.v.d.r.: Op 24 juli 1977 won André Massant de GP125cc van Canada dankzij een 1ste en 2de plaats in de reeksen. Hij stond op het hoogste trapje van het podium met aan zijn zijde de Amerikaan Warren Reid en de Tsjechoslovaak Jiry Churavy).

8) MXGP of Supercross? En waarom? AM: Voor mij MXGP! Ik volg wel de Supercross in de VS maar de MXGP vind ik persoonlijk mooier.

9) Welke overwinning was de strafste uit uw carrière? AM: Dan grijp ik weer naar die overwinning in Canada want dat was echt iets speciaals. Om dan nog een GP in Canada te winnen, dat was ook iets speciaals in die tijd. Ik won de race toen aan boord van een fabrieks-Yamaha. Het was ook de eerste watergekoelde fabrieksmachine van Yamaha.

10) In dichtbevolkte landen zoals België is het dramatisch gesteld met het aanbod van trainingsomlopen. Is dit volgens jou een onomkeerbaar proces of zijn er nog oplossingen mogelijk? AM: Ik denk dat er nog weinig oplossingen mogelijk zijn. Wat ik dan straf vind is dat op dit ogenblik de meeste GP-teams in België vertoeven en dat de meeste piloten die deelnemen bijna allemaal hier in België zitten terwijl wij nauwelijks voldoende omlopen hebben. Het is een abnormale situatie. Ik ga regelmatig naar de trainingen kijken en dan zie ik die Belgen en buitenlanders daar trainen terwijl we misschien maar vijf omlopen meer hebben. We gaan met rasse schreden achteruit in de motorcross, dat is wel duidelijk.

11) Geprepareerde kunstmatige of oldschool natuurlijke omlopen? AM: Als ik voor mijn eigen mag spreken dan kies ik voor de oude traditionele omlopen maar ik vind het ook wel eens tof om naar de cross te kijken op een geprepareerd circuit. Maar die van vroeger waren natuurlijk mooier. Nu hangen ze veel in de lucht maar het is tegenwoordig de trend. Net daarom is het zo moeilijk om in België te trainen ter voorbereiding van een MXGP. Hier vind je nergens van die geprepareerde MXGP-circuits. Het is aartsmoeilijk voor de jonge Belgische piloten om deze techniek aan te leren. Als je geen GP’s doet dan is er geen probleem maar als toekomstig GP-rijder kan je hier nergens terecht om je vaardigheden aan te scherpen.

12) Welke gouden raad geef jij aan jong opkomend motorcrosstalent? AM: Die jongens gaan het niet gemakkelijk hebben. Ge moet echt een groot supertalent zijn en wat meeval hebben om aan de bak te kunnen komen. Iemand die het echt wil gaat er wel komen denk ik. Ik zie niet veel talenten onder de jonge piloten. Ok, we hebben Liam Everts en Jago Geerts en ik wil zeker niemand teleurstellen maar dat zijn de feiten. Ook vind ik het een probleem dat er in ons land door de versnippering van de federaties de jonge talenten hun niveau niet kunnen aanscherpen. Er moet volgens mij één jeugdbond komen zodat de talenten mekaars niveau kunnen verhogen. Nu komen die goede piloten nooit in strijd met de talenten uit de andere bonden.

Ik herinner me de tijd toen enkele jeugdige rijders nog allemaal bij elkaar zaten in één bond. Toen kwam daar een lichting uit met kleppers als Marvin Van Daele, Ken de Dycker en Kevin Strijbos. Die jongens tilden elkaars niveau omhoog en het is dat net wat we nu mankeren. Momenteel rijden er een paar talentjes rond in elke federatie maar die komen in de huidige situatie nooit tegen elkaar uit en dat is een groot probleem. In de omliggende landen zoals Frankrijk en Nederland komen die mannen tegen elkaar uit in één competitie. Ik ga regelmatig kijken in Nederland. Daar is het niveau van de jeugdklassen veel hoger. Ik weet zeker dat veel jeugdrijders uit ons land niet eens door de kwalificaties zouden geraken.

Foto’s: mxhistory.com en archief

Uw reacties

More MX Vintage news